Hasseltse Kazernes

Hasseltse kazernes,

 

In 1815,  werd een compagnie infanteristen, veteranen van de slag van Waterloo in Hasselt ingekwartierd in het verlaten klooster van de witte nonnen. Dit klooster bevind zich tegen de stadswallen aan de noordzijde. Het klooster kreeg de volksnaam “ De witte nonnenkazerne”. Nadat in 1830 de Nederlanders  België verlaten hadden, en men vreesde voor nieuwe invallen der Nederlanders werd de kazerne zeer belangrijk  voor België, zelfs het refugiéhuis van Herkenrode kreeg het leger ter beschikking.

De stad Hasselt zag haar welvaart de hoogte in gaan door de aanwezigheid van de soldaten. De café en bordelen schoten als paddenstoelen uit de grond, prostitutie floreerde er weelderig. Tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870 trainden de Franse soldaten in de Hasseltse kazerne. De stad Hasselt stond in voor het onderhoud van de gebouwen, wat een zware last was voor de stadskas. In 1873 nam het ministerie van oorlog dit over en renoveerde de oude gebouwen met een bedrag van 30 miljoen verspreid over 10 jaren.

Een aantal nieuwe gebouwen werden aan het Kolonel Dusartplein opgetrokken. De nieuwe kazerne kreeg de naam van de bevelhebber die in de nacht van 5 op 6 augustus 1914 als eerste hogere officier die sneuvelde tijdens gevechten rond de Luikse forten. Kolonel Dusart was een Gentenaar en voerde het bevel over het 11de linieregiment.

De Hoebanxkazerne een kazerne waar nog veel dienstplichtigen met weemoed aan terugdenken, de bouw werd gestart in 1938 en was nauwelijks voltooid toen de oorlog 1940-1945 uitbrak. De Kapitein-commandant Hoebankx  bevelhebber van het 2de bataljon van het 11de linieregiment werd tijdens de 18 daagse veldtocht zwaar gekwetst en overleed in Torhout.